Algemeen, basiskennis
1. Variabelen (soorten en typen)
2. Het betrouwbaarheidinterval
3. De statistische toetsprocedure
4. Kansverdelingen
5. Welke statistische toets je moet gebruiken
Toetsen voor verschillen tussen groepen
6. De t-toets
7. Variantieanalyse (ANOVA)
8. De Mann-Whitney toets
9. De Kruskall-Wallis toets
Toetsen van verschillen tussen kenmerken
10. De t-toets om het gemiddelde van een steekproef te vergelijken met een standaard
11. De t-toets voor gepaarde metingen
12. ANOVA voor herhaalde metingen (of gepaarde kenmerken)
13. De Wilcoxon toets
14. De Friedman toets
15. De chikwadraattoets voor een kruistabel
16. De chikwadraattoets voor een reeks
Test- en schaalconstructie
17. Factoranalyse
18. Betrouwbaarheidsanalyse (Cronbachs alfa)
Het berekenen en toetsen van samenhang
19. De productmoment correlatie van Pearson
20. De rangcorrelatie van Spearman
21. De rangcorrelatie van Kendall
22. De Phi-coëficiënt en Cramérs V
Regressieanalyses
23. Regressieanalyse (de basis)
24. Multipele regressie
25. Dummy's in regressieanalyse
26. Moderatie
27. Mediatie
De steekproefgrootte
28. De steekproefgrootte bepalen
PS Het is je misschien al opgevallen, maar voor alle duidelijkheid nogmaals. Dit is een cursus statistiek die je nodig hebt als onderzoeker. Het geeft inzicht in de procedures en het helpt je om de resultaten uit statistische analyses te interpreteren. Het is niet een cursus statistiek waarin je berekeningen moet maken om kansen te bepalen (zoals dat vaak als basiskennis van je wordt verwacht om een opleiding te mogen volgen).