Veel (beginnend) onderzoekers willen graag weten hoe groot de steekproef moet zijn om goede conclusies te trekken. Ze moeten verantwoording afleggen aan de begeleidende docent en/of aan de opdrachtgever.
Het bepalen van de steekproefgrootte is echter niet zo makkelijk. Bovendien zijn er veel misverstanden over.
In dit paper leg ik uit dat de diverse methoden zijn onder te brengen in drie clusters:
1) we doen het altijd al zo,
2) op zoek naar statistische significantie en
3) op zoek naar voldoende betrouwbaarheid.
Op zich is geen enkele methode juist of onjuist. Uiteindelijk is en blijft het natte vingerwerk. Desalniettemin is het wel beter om een onderbouwde redenering neer te leggen, dan volledig giswerk. Met dit paper, kun je zo'n onderbouwing geven.
Mocht je na het lezen van het paper nog vragen hebben, neem dan contact op. We helpen mensen graag.
Ik wens je heel veel succes met je onderzoek!
Foeke van der Zee