Variabele
Een variabele is de algemene naam voor een gemeten (of nog te meten) kenmerk bij de onderzoeksobjecten.
De onderzoeker mag (moet!) iedere variabele een naam geven. Dat mag heel cryptisch zijn (gezd25) of heel simpel (vraag 1) of heel uitgebreid (De leeftijd van de persoon op het moment dat hij/zij ging trouwen). Een korte naam heeft de voorkeur omdat bij de diverse analyseprogramma's een lange naam helemaal wordt uitgeschreven waardoor de uitvoer onoverzichtelijk wordt. De naam moet echter wel zoveel mogelijk de lading dekken zodat bij het lezen van de uitvoer duidelijk wordt waar die variabele voor staat (trouwleeftijd).
Een variabele is een 'container' met meetwaarden van een kenmerk. In onderzoek krijgt iedere variabele een naam en wordt iedere variabele geoperationaliseerd, dat wil zeggen de manier van meten. Er zijn 5 vormen van meten: observeren, ondervragen, meten met behulp van een instrument, overschrijven en genereren). Het niveau van de variabele wordt bepaald door de wijze waarop het is geoperationaliseerd.
De manier van meten is ook bepalend voor het meetniveau van de variabele. Er zijn vier meetniveaus te onderscheiden: nominaal, ordinaal, interval en ratio-niveau. Het is in beginsel mogelijk om een variabele op elk niveau te operationaliseren, maar dat kan nogal gekunsteld overkomen.
De gemeten waarden schrijf je op in een databestand dat gebruikt zal worden voor het analyseren van de gegevens. Voor het bepalen van de wijze waarop de variabelen in de analyse zullen worden opgenomen, dient de onderzoeker de variabelen te karakteriseren naar 1) experimentele en niet-experimentele variabelen, en 2) naar het niveau.
© Foeke van der Zee (versie 2023). hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek
- specialist in Onderzoek en Statistiek
- auteur van boeken over onderzoeksmethodologie
- oprichter van en coach bij Hulp bij Onderzoek
Aan Variabele gerelateerde trefwoorden:
- experimentele en niet experimentele variabelen
- het niveau van een variabele
- meten
- operationaliseren