Betrouwbaarheidsinterval

Vaak wil je dat een onderzoeksresultaat staat of geldt voor de hele populatie. Als je een steekproef trekt is het tricky om te stellen dat het je gelukt is. Daarom geef je een betrouwbaarheidsinterval. Deze geeft aan tussen welke waarden een onderzoeksuitkomst waarschijnlijk zal zitten.


Als je een steekproef hebt getrokken kun je er nooit zeker van zijn dat het gemiddelde van de steekproef precies overeenkomt met die van de populatie, want het is onmogelijk om uit alle mogelijk combinaties van elementen uit de populatie steeds maar weer precies hetzelfde resultaat te krijgen.

Stel je je eens voor dat je een populatie hebt van 1000 mensen. Daaruit trek je een steekproef van 200 mensen en noteert van iedereen de leeftijd. Vervolgens bereken je het gemiddelde. Als je opnieuw een steekproef trekt van 200 respondenten, zal je merken dat ondanks de toets op representativiteit de gemiddelde leeftijd van de tweede steekproeftrekking iets zal verschillen van de eerste keer (al was het maar in honderdsten achter de komma).

Welke van deze twee is nu correct? Of zijn ze allebei juist? Dat kun je alleen vaststellen als je van alle 1000 mensen (de hele populatie dus) de leeftijd noteert en het gemiddelde berekent. Waarschijnlijk trek je dan de conclusie dat beide gemiddelden uit de steekproef niet correct zijn.

Kortom, je kunt heel moeilijk stellen dat de gemiddelde leeftijd zoals berekend uit een steekproef precies het gemiddelde is van de populatie. Er zit een marge tussen hetgeen je meet (het steekproefgemiddelde) en hetgeen feitelijk is (het populatiegemiddelde). Dat wil niet zeggen dat je op basis van je steekproef niets over het populatiegemiddelde kunt zeggen. Helemaal zeker kun je echter nooit zijn. Om vanuit een resultaat uit een steekproef iets over de populatie te zeggen, hou je  een betrouwbaarheidsmarge aan.


Betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelden

De formule voor het berekenen van het betrouwbaarheidsinterval rondom het gemiddelde is deze: Formule voor het betrouwbaarheidsinterval rondom het gemiddelde

In veel boeken kom je ook deze formule tegen: Formule voor het betrouwbaarheidsinterval

Dit laatste is natuurlijk raar, want als je de standaarddeviatie van de populatie weet waarom zou je dan het gemiddelde niet weten? Voor het berekenen van de steekproefgrootte is deze formule echter beter bruikbaar dan de eerste. Misschien dat-ie daarom in veel statistiekboeken staat.


Betrouwbaarheidsinterval voor proporties

Hetzelfde verhaal kunnen we vertellen voor proporties. Als 10% van de steekproef belangstelling heeft voor het product, geldt dat dan voor de hele populatie? Ook nu weer hou je een slag om de arm. Daarvoor gebruik je de volgende formule: Formule betrouwbaarheidsinterval proportie

Het berekenen van het betrouwbaarheidsinterval is overigens alleen zinvol als je ook zeker weet dat de steekproef respons representatief is, want anders kun je er behoorlijk naast zitten.


Foeke van der Zee met Boek over onderzoek© Foeke van der Zee (2017). hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek

- specialist in Onderzoek en Statistiek
- auteur van boeken over onderzoek




Naar de cursus SPSS


Terug naar het Online Woordenboek Onderzoek en Statistiek Terug naar de begrippenlijst


Krijg toegang tot het Kenniscentrum van Hulp bij Onderzoek

Met de informatie in ons kenniscentrum los je zelf al jouw problemen met onderzoek, statistiek en SPSS op!

  • Leer hoe je een onderzoek  opzet en uitvoert!
  • Met onze handleidingen los je de problemen op!
  • Statistiek wordt op een heldere manier uitgelegd!
  • Werken met SPS wordt een makkie!

9 video's

over onderzoeksmethodologie

15 handleidingen

om vraagstukken in je onderzoek oplossen

28 video's

die je uitleggen hoe je statistiek moet gebruiken

38 video's

voor het oplossen van problemen met SPSS