Betekenisvaliditeit
Betekenisvaliditeit is de mate waarin een begrip meet wat er onder dat begrip moet worden verstaan / wat de betekenis van dat begrip is. Swanborn omschrijft het begrip betekenisvaliditeit heel fraai met betekenisexclusiviteit. Daarmee wordt aangegeven dat de score die het meetinstrument oplevert maar op één manier opgevat mag worden en dat er geen andere uitleg of interpretatie mogelijk is.
Betekenisvaliditeit bestaat uit twee aspecten: inhoudsvaliditeit en constructvaliditeit. Inhoudsvaliditeit is het best te omschrijven als Meet dit instrument precies wat er gemeten moet worden? en constructvaliditeit als Is het te meten begrip voldoende uitgewerkt in de verschillende aspecten die met dat begrip samenhangen? Als je bij voorbeeld een rekentoets hebt gemaakt, kun je je afvragen of je wel rekenvaardigheden meet en geen leesvaardigheden (= inhoudsvaliditeit) en je kunt je ook afvragen of alle vormen van rekenvaardigheden er wel in voorkomen (= constructvaliditeit). Hoewel het een zware eis is, komt - in tegenstelling tot wat je zou verwachten - onderzoek naar betekenisvaliditeit niet vaak voor. Vaak beperkt het zich tot indruksvaliditeit. Indruksvaliditeit kun je het best omschrijven als Ik denk dat het wel goed zit.
© Foeke van der Zee (2017). hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek
- specialist in Onderzoek en Statistiek
- auteur van boeken over onderzoeksmethodologie
- oprichter van en coach bij Hulp bij Onderzoek
Aan Betekenisvaliditeit gerelateerde trefwoorden:
- validiteit (algemeen)
Of een van de specifieke vormen van validiteit:
- constructvaliditeit
- ecologische validiteit
- externe validiteit
- indruksvaliditeit
- inhoudsvaliditeit
- interne validiteit
- methodologische validiteit
- predictieve validiteit