Riro-Effect is hetzelfde als gigo-effect
Het riro-effect (riro = rubbish in rubbish out) of gigo-effect (garbage in garbage out) is het gevolg van een ondeugdelijk meetinstrument.
Het riro-effect treedt op bij meetinstrumenten die veel last hebben van bias: er wordt te veel ruis gemeten waardoor het signaal onduidelijk overkomt. Dit soort instrumenten hebben een lage validiteit en een lage betrouwbaarheid. Het gevolg van het riro-effect is dat de uitkomsten van de analyses nergens op slaan. De resultaten zijn niet logisch verklaarbaar, soms zelf met elkaar in strijd. Er komt gewoonweg geen stabiel ‘plaatje’ uit.
Om riro-effecten te voorkomen zou het meetinstrument eerst uitgebreid getest moeten worden voordat het kan worden gebruikt in het eigenlijke onderzoek. Omdat dit nogal duur is, wordt dit alleen gedaan als men het meetinstrument meermalig wil gaan gebruiken. Het riro-effect kan mogelijk ook worden voorkomen door gebruik te maken van bestaande meetinstrumenten.
Komt de onderzoeker er pas na het verzamelen van de data achter dat het meetinstrument niet goed heeft gemeten, dan zal hij moeten proberen de kwaliteit te verbeteren door op de een of andere manier de ruis te verminderen. Dat kan door verbeteringen aan te brengen in het meetinstrument zelf (bijvoorbeeld door de vragen in de vragenlijst weg te laten) of door ook de omgevingskenmerken die de ruis veroorzaken (een niet-experimentele variabele) als een covariabele in de analyse op te nemen.
© Foeke van der Zee (versie 2023). hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek
- specialist in Onderzoek en Statistiek
- auteur van boeken over onderzoeksmethodologie
- oprichter van en coach bij Hulp bij Onderzoek
Aan RIRO-effect gerelateerde trefwoorden:
- bias
- kanskapitalisatie
- validiteit
- betrouwbaarheid
- experimentele en niet-experimentele variabelen
- covariabele