Experimentele variabelen
Voor het karakteriseren van de variabelen maken onderzoekers gebruik van de volgende indeling: experimentele variabelen bestaande uit de onafhankelijke en de afhankelijke variabelen, en de niet-experimentele variabelen bestaande uit relevante, irrelevante en potentieel relevante variabelen. De experimentele variabelen zijn de variabelen bij welke je een verband wilt aantonen; de niet-experimentele variabelen vertroebelen het zicht daarop.
Het is erg belangrijk dat je als onderzoeker weet aan te geven wat een experimentele variabele is. Je weet dan welke analyses je uit mag voeren. Meestal zijn ze een logisch gevolg uit het onderzoeksdesign.
De onafhankelijke variabele is het gegeven waarop de onderzoeker de onderzoekseenheden indeelt. Deze variabele kan in een natuurlijke vorm voorkomen (zoals man versus vrouw, of wel of niet lid van een vakbond). De onderzoeker kan de onderzoekseenheden ook at random toekennen aan de onderscheiden groepen in het onderzoek (u behoort tot groep 1 en u tot groep 2). Het kan voorkomen dat de onderzoeker hiervoor eerst een meting moet verrichten (bijvoorbeeld door het meten van de intelligentie bij de personen waarna de groepen worden samengesteld). De onafhankelijke variabele is altijd het gegeven wat de onderzoeker - al dan niet na een meting - vastlegt als de variabele waarop hij de onderzoekseenheden vergelijkt.
De afhankelijke variabele is het gegeven dat de onderzoeker wil onderzoeken. Het wordt altijd onderzocht in relatie tot de afhankelijke variabele. Het is het gegeven dat varieert ten opzichte van de onafhankelijke variabele.
De niet-experimentele variabelen zijn die gegevens waarin de onderzoeker niet primair in is geïnteresseerd, maar die wel een storende invloed zouden kunnen hebben op de afhankelijke variabele. Door deze invloed is de onderzoeker niet meer in staat goede conclusies te trekken omdat hij de invloed van deze variabelen niet kent. In navolging van Van Vliet (1976) kunnen we de niet-experimentele variabelen onderverdelen in relevante, irrelevante en potentieel relevante variabelen.
Van de relevante variabelen is door middel van onderzoek aangetoond dat dit gegeven een storende invloed heeft op de relatie tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele. Indien men bijvoorbeeld de voorkeur voor een bepaalde type auto wil meten dan lijkt het raadzaam om ook de sekse van de respondent mee te nemen omdat het geslacht van invloed zal zijn.
Van de irrelevante variabele is aangetoond dat dit gegeven er niet toe doet en van de potentieel relevante variabelen is de invloed nog onduidelijk. Van deze drie hoeven alleen de irrelevante variabelen niet in het onderzoek te worden opgenomen. De overige moeten onder controle worden gehouden.
Je kunt op verschillende manieren controleren voor deze invloed. Soms kun je dat doen in het onderzoeksdesign met een vorm van matchen en soms met een vorm van statistische controle in de vorm van controle variabelen of in de vorm van mediatie en moderatie.
© Foeke van der Zee (versie 2023). hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek
- specialist in Onderzoek en Statistiek
- auteur van boeken over onderzoeksmethodologie
- oprichter van en coach bij Hulp bij Onderzoek
Aan Experimentele variabelen gerelateerde trefwoorden:
- variabele (algemeen)
- het niveau van een variabele
- covariabele
- onderzoeksdesign
- at random
- matchen
- counterbalancing